De griebels liepen ons over de grabbels door de grimmige sfeer in het land voor en na de voetbalwedstrijd Ajax-Maccabi Tel Aviv van afgelopen week. En niet alleen ons trouwens. Het leek of de halve wereldbevolking erbij geweest was. En er een gepeperde mening over had.
Of grimmig een grappig woord is, daarover zullen de meningen nogal uiteenlopen, maar qua vorm lijken grimmig en grappig wél verdacht veel op elkaar. Dat ze allebei met ‘gr’ beginnen moeten we misschien aan het toeval toeschrijven. Al zou je ook kunnen denken dat er wel verbazingwekkend veel ‘gr*ig’-woorden zijn waar een sterke (negatieve of positieve) emotie bij hoort. Denk aan gretig, griezelig, grillig, groezelig, grondig en gruizig.
Oeroud
Wat wel vaststaat, is dat het achtervoegsel ‘ig’ in dit soort woorden dezelfde functie heeft: door ‘ig’ aan een zelfstandig naamwoord te plakken, maak je er een bijvoeglijk naamwoord van. Voorbeelden: grap -> grappig, hufter -> hufterig, armoede -> armoedig et cetera. Grimmig is terug te voeren op grim of gram (dat niet alleen gebruikt wordt om gewicht mee aan te duiden, maar dat ook ‘woede’, ‘wraak’, ‘genoegdoening’ kan betekenen).
Grimmig is oeroud; het wordt al aangetroffen in het Middelnederlands, de taalvariant die in onze contreien werd gesproken tussen ongeveer 1200 en 1500. Het Oudsaksisch van voor 1100 kent grimmag, in de betekenis van ‘verbitterd’, ‘grimmig’. Maar er zijn sterke aanwijzingen dat het woord nog veel ouder is. Vermoedelijk werd het al gebruikt door de oude Germanen die rond het begin van onze jaartelling vanuit Scandinavië en het huidige Duitsland en Polen naar de Lage Landen trokken.
Taalkenners gaan ervanuit dat grimmig een klanknabootsend woord is, ontwikkeld uit het dreigende geluid van de donder. Ook het grommen van dieren kan een rol gespeeld hebben.